Gisteren heb ik mijn stage afgerond, en WPB 4 en 5 behaald. Ik heb als afscheid als robot de traktaties voor de kinderen gemaakt, in een les die ik vanuit codekinderen naar de actualiteit en mijn hand heb gezet. Inmiddels ben ik ook deze site en daarmee hopelijk deze minor aan het afronden. Vandaag heb ik het gedeelte 'project' (onder 'praktijk') beschreven. Morgen nog een paar uurtjes achter de computer en dan moet mijn site de beoordeling in. Best spannend.
Met het eind van het studiejaar in zicht, gebruik ik dit weekend om mijn Weebly site zover mogelijk af te ronden.
In ieder geval wil ik vanmiddag nog een stuk over de digitale leef- en belevingswereld van kinderen schrijven. Met dat onderwerp kom je eigenlijk niet om Remco Pijpers heen. Met schaamte denk ik terug aan mijn middelbare schoolperiode; op die school zat ook Remco Pijpers. Ik dacht één of twee leerjaren verder dan ik was. Als pubers maakten we hem achter zijn rug om belachelijk, door hem steevast Remco Pijpen te noemen. Ik denk dat hij behalve door ons meidengroepje door meer kinderen werd gepest, hoewel ik dat niet met zekerheid kan beweren. Wat ik met deze anekdote duidelijk wil maken, is dat pestgedrag iets van alle tijden is, en hoort bij de ontwikkeling tot volwassene. Kinderen vergelijken zich altijd met leeftijdsgenoten, en zetten zich in hun onzekerheid af tegen diegenen die anders zijn. Een beetje gepest worden is niet zo erg, het sterkt het karakter. Ik ben zelf ook gepest. Het grootste verschil met het pestgedrag in de 20e en 21e eeuw is dat ICT meer mogelijkheden tot anoniem pesten verschaft. Natuurlijk waren er vroeger ook briefjes in de klas waarvan de maker moeilijk te achterhalen was. Maar de trend dat iedereen overal ongefundeerd zijn mening op geeft, en daarvoor platforms te over zijn, is wel de makke van deze tijd. Ik ben een groot voorstander van vrijheid van meningsuiting, maar ook van empathie. En ik vind het belangrijk dat als je je mening geeft, je jezelf laat zien, en ontvankelijk bent voor tegenreacties. Aanstaande dinsdag heb ik mijn laatste stagedag. De afgelopen weken heb ik eigenlijk geen ruimte gekregen om experimentele lessen in het kader van deze minor uit te kunnen voeren. De afronding van het jaar focuste zich op de afronding van lopende projecten, toetsen, portfolio's, juffendag, excursie en dergelijke bezigheden.
Nu heb ik voor mijn laatste stagedag de middag 'gekregen' om afscheid van de groep te nemen. Ik wil de kinderen feedback laten geven op mijn juffencompetentie, en iets trakteren. Maar met 2 uur de tijd zou ik natuurlijk ook alsnog 'de Sandwichrobot' kunnen doen... Omdat dit dan toch een losstaande les wordt, dacht ik dit te koppelen aan mijn afscheidstraktatie, dus de leerlingen, in plaats van een boterham met hagelslag, als het ware de bereiding/assemblage van hun eigen traktatie te laten programmeren. Op die manier krijgen ze ook direct het resultaat van hun programmeerkunsten... Wat denken jullie, goed idee of maak ik het mezelf weer nodeloos ingewikkeld? En zijn er ook ideeën over wat die traktatie dan voor iets (gezonds te happen) zou kunnen zijn? Graag jullie reacties.. De Hub doet mee aan de 2e Codeweek van 10 t/m 17 oktober 2015. In deze week maken alle kinderen op een speelse wijze kennis met programmeren. Alle kinderen zijn vaardig in het bedienen van computers, tablets etc. Maar hoe ziet de 'binnenkant' er eigenlijk uit? Dat is code. In de codeweek komen diverse aspecten van het programmeren aan de orde; van de nullen en enen (binair tellen), logisch denken (als dit-dan dat), precies formuleren (sandwichrobot), doorzetten (wanneer het niet in één keer lukt), tot het maken van eenvoudige spellen op de computer. Er zijn lessen met, maar ook zonder computer. Kijk voor meer inspiratie op www.codekinderen.nl Op deze maandagavond ga ik samen met de directeur van mijn stageschool naar Den Dolder om een door de stichting georganiseerde 'Stakeholders meeting' bij te wonen. Er is een gastspreker, Dieter Möckelman, die een presentatie komt houden over de impact van technologie op het onderwijs. Uitgenodigd is het brede netwerk van de stichting. Er is een opkomst van slechts 25 mensen. Uit de geringe belangstelling, en uit gesprekken met de directeur van mijn stageschool blijkt dat de 'balans' (zie 4 in balans) op mijn stageschool er belabberder aan toe is dan ik aanvankelijk dacht. Er is nog een lange weg te gaan.
In mijn stagegroep wordt wekelijks een nieuwe stelopdracht geformuleerd. Deze stelopdrachten liggen inhoudelijk altijd in de lijn van het opende project en hebben uiteenlopende vormen (bijvoorbeeld: contactadvertentie voor vriend/vriendin, een gedicht over sport, een zelfverzonnen recept, vrije tekst over meivakantie).
Toen in deze afgelopen drukke stageweek, (mentor is ziek geweest, er was een excursie en de schoolfotograaf was er) mijn mentor op vrijdag de taalopdracht nog moest verzinnen, terwijl ik stond te wachten op het weekrooster, stelde ik voor de kinderen een blog te laten schrijven over het boerderijbezoek van deze week. Ik wilde een format maken in Weebly, waarin de kinderen een stukje hierover konden bloggen. Ik vroeg haar als ICT beheerder een email-adres hiervoor aan te maken in het domein van de school, onder de stamgroepnaam. Nu kwam dat idee haar iets te snel, en zou ze erover nadenken. De opdrachten moeten ook altijd voor alle 3 middenbouwgroepen gelijk zijn, en daarom moet de instructie en de organisatie ook goed doordacht worden zodat alle stamgroepen dit kunnen doen. Of misschien alleen de groep 6-ers. Voor komende week is de taalopdracht nu 'schrijf een verslagje over het bezoek aan Hoeve Ravenstein', met een aantal verplichte termen erin. Ik hoop de leerlingen volgende week te kunnen laten bloggen. Daarvoor zal ik de tijd moeten vinden om met mijn mentor te gaan zitten om dit idee door te spreken. Ik heb de huidige situatie op mijn stageschool beschreven onder KENNISBASIS-4 in balans. Daarnaast heb ik zelf de tool gedaan (ik had deze al eerder gedaan in het kader van OGP 7) Rapportage van mijn eigen balans is hieronder te bekijken:
Hier klikken om te bewerken.
Mijn advies aan de directeur van onze fictieve basisschool zal zeker de Hub zijn. Leren gaat namelijk mijns inziens zeker in de eerste plaats over verbinding.
Verbinding met jezelf, de anderen en de wereld om je heen. Leren is kennisconstructie, en daarbij is het maken van verbindingen zowel op hersenniveau (de dendrieten en de synapsen), als op intermenselijk niveau (TEAMwork; Together We Achieve More) activerend. Daarbij heeft met de toegang tot internet als bron van kennis, verbinding nog een andere betekenis gekregen; de wereldwijde verbinding mogelijk gemaakt door ICT. In de praktijk pleit ik voor een weloverwogen inzet van ICT-middelen in het onderwijs. Het tactiele en fysieke leren kan niet worden vervangen door IPads, zoals voetballen met FIFA15 op de Wii ook heel anders is dan op een koud en winderig voetbalveld. Op deze zonnige dag wilde ik een kleine Prowise-presentatie maken. In mijn voorbereiding op mijn stagedag, dacht ik in eerste instantie aan een warming-up voor de Rekentijd. Ik heb die altijd in PowerPoint gemaakt, maar ik dacht dat dat wel een goed idee was om hiermee mijn Prowise-vaardigheid te oefenen. Kijkend naar de lesinhouden leek een presentatie maken voor deze herhalingsles niet echt iets toe te voegen. Bovendien gaf de speltips, die in de methode Rekenzeker staan, mij een zeer bruikbaar idee wat ik zonder voorbereiding met maximaal effect (de warming-ups hebben als oogmerk de hele groep (4/5/6) betrokken en gefocust te krijgen) zou kunnen uitvoeren.
Dan maar de semantisering voor het spreekwoord+woordenschat van het weekprogramma. Inhoud: Eten wat de pot schaft, couvert, brunch en garde. Semantisering kan natuurlijk bij sommige woorden goed door plaatjes; met name de garde leek mij het best te semantiseren door een afbeelding. Ook dacht ik bij het spreekwoord direct aan de aardappeleters van Van Gogh. Toen ik met Prowise aan de slag ging, vond ik het wel wat teleurstellend dat de Rijksmuseum-beeldbank slechts 3 schilderijen inhield. Ik maakte een simpele presentatie en wilde deze op mijn computer opslaan, om hem op deze site te kunnen vertonen. Maar wat gebeurde er nu?!! Ik kreeg een melding; dit is alleen mogelijk met een pro-account! Huh, die hadden we toch van Frank Fontys gekregen? Bleek dat ik had zitten werken in het free-account die ik al eerder had aangemaakt. Mijn mentor in het tweede jaar was een vergevorderd Prowise-gebruiker, die rekenlessen gaf met Prowise connect. Hij liet opgaven in coöperatieve tweetallen oplossen en via connect naar het digibord versturen. Op deze manier werden oplossingsstrategieën besproken. Hij was overigens overtuigd van het homogeen groeperen in deze samenwerkingsvorm. Doordat kinderen qua abstractieniveau dicht bij elkaar zitten, kunnen ze effectiever onderling communiceren over rekenen. Naar aanleiding van deze stage-ervaringen heb ik al eerder met Prowise zitten frutten, waardoor het programma op mijn computer automatisch inlogde op het free account. Het overzetten van mijn gemaakte presentatie naar mijn Pro-account bleek niet zo makkelijk. Aangezien de meerwaarde van een digibordpresentatie bij het semantiseren van de woordenschat wel erg gering is, en ik echt geen zin heb om het opnieuw te maken, laat ik het hier maar even bij. Het middel moet het doel natuurlijk wel heiligen... |